De scholen in het basisonderwijs, speciaal onderwijs en speciaal basisonderwijs hebben op 11 mei hun deuren weer geopend. Basisscholen verkleinen de groepsgrootte in de klas; kinderen gaan daarbij 50% van de tijd naar school. Kinderen in het speciaal onderwijs en speciaal basisonderwijs gaan weer volledig naar school. En er is noodopvang voor kinderen van wie de ouders in cruciale beroepsgroepen werken en voor leerlingen die vanwege hun thuissituatie kwetsbaar zijn. Hoewel veel is bepaald, kunnen we ons voorstellen dat er ook veel vragen leven. Hierbij de belangrijkste vragen én antwoorden op een rij rondom het thema ‘risicogroepen’.
Q: Een werknemer behoort tot de risicogroep, blijft hij/zij thuis?
A: De werknemer die tot een risicogroep behoort komt niet op school werken en heeft recht op loondoorbetaling op basis van artikel 7:628 BW, omdat het niet kunnen werken in verband met de coronacrisis in dit geval in de risicosfeer van de werkgever ligt. Waar mogelijk kunnen bepaalde werkzaamheden wel thuis worden opgedragen.
Q: Waarom moeten werknemers in het onderwijs die in de risicogroep vallen, thuisblijven? Werknemers in het onderwijs staan toch in de RIVM-lijst van cruciale beroepen?
A: Voor het onderwijs is besloten – op dringend advies van het RIVM – dat er een streng weringsbeleid wordt toegepast. Dus hoewel werknemers in het onderwijs wel in de lijst van cruciale beroepen staan, moeten zij toch thuisblijven als zij tot de risicogroep behoren.
Q: Kan een werknemer verplicht worden om op school les te geven wanneer hij/zij zich zorgen maakt over zijn/haar eigen gezondheid?
A: Onderwijspersoneel dat gezond is, is in principe beschikbaar voor het verzorgen van het onderwijs op de school. Werkgevers hebben op grond van de Arbowet zorgplicht voor een veilige werkomgeving. Dit betekent dat werkgevers maatregelen moeten nemen om besmetting met het virus op de werkvloer zoveel mogelijk te voorkomen. Werkgevers moeten werknemers informeren over de adviezen van het RIVM en ze moeten ook de door de overheid genomen maatregelen volgen en waar nodig faciliteren. Een werknemer mag alleen weigeren om naar het werk te komen als er een reëel gevaar dreigt. Angst alleen is onvoldoende. Als de werkgever zijn zorgplicht nakomt en voor een veilige en gezonde werkomgeving zorgt, mag van de werknemer worden verlangd dat hij naar het werk komt. Van belang is dat de werkgever de angst van de werknemer probeert weg te nemen door in gesprek te gaan met de werknemer. [ lees verder onder de advertentie ]
Q: De partner/huisgenoot van de werknemer behoort tot de risicogroep, mag/moet de werknemer thuisblijven?
A: Voor de werknemers van wie de partners tot een risicogroep behoren, zijn er vanuit het RIVM geen maatregelen getroffen. Het enkele feit dat de partner tot een risicogroep behoort, brengt niet met zich mee dat de werknemer om die reden thuis moet blijven. Werknemers die vanwege een kwetsbaar gezinslid niet kunnen of willen werken, dienen met de werkgever in gesprek te gaan over mogelijke oplossingen. In het protocol geven partijen als richtlijn: Personeelsleden met gezinsleden die in een risicogroep vallen, kunnen worden vrijgesteld van werk op school (keuze medewerker in overleg met werkgever). Zoek met elkaar naar maatwerkoplossingen. Denk daarbij aan thuiswerken of het ruilen van werkzaamheden met collega’s. In andere gevallen zal in ieder geval overleg nodig zijn tussen school en medewerker.
Q: Uit het protocol blijkt dat het uiteindelijk de medewerker zelf is die beslist of hij/zij thuisblijft als hijzelf of een gezinslid in de risicogroep zit. Klopt dat? Of kun je toch vragen aan medewerkers om toch naar school te komen als de bemensing een groot probleem wordt?
A: Of iemand in een risicogroep zit bespreek je samen. Dit moet op basis van vertrouwen gebeuren. Als medewerkers – of gezinsleden – in de risicogroep zitten dan is onderbezetting op school geen argument om hen te vragen om toch naar school te gaan.
Staat jouw vraag er niet tussen? Kijk ook eens naar de artikelen met veelgestelde vragen rondom de thema’s ‘ziekte of klachten’, ‘contracten, salarissen, vervangingen’ en ‘op de werkvloer’.
Dit artikel is met de grootste zorgvuldigheid tot stand gekomen op basis van de bronnen Rijksoverheid, PO raad, Algemene Onderwijsbond, VOS/ABB. Aan dit artikel kunnen echter geen rechten worden ontleend. Het artikel verscheen eerder op het platform Back2School van Driessen en is met toestemming herplaatst.