“Onze hogeschool staat met bijna 35.000 studenten en 3000 medewerkers qua omvang rond de 6e of 7e plek van de 38 HBO’s in Nederland. Gevestigd in de 4 Brabantse steden Den Bosch, Tilburg, Breda en Roosendaal faciliteren we 20 tweejarige Associate Degree-opleidingen 54 verschillende bachelors opleidingen en 4 masters. In volttijd en deeltijd.”
Paul Rüpp heeft zijn feitenkennis goed op orde, al schrikt hij zelf dat hij inmiddels alweer 11 jaar actief is als voorzitter van het CvB binnen Avans Hogeschool. “De langste periode in dezelfde job van mijn loopbaan” constateert hij zelf. “Dat wil toch wel zeggen dat ik het enorm naar mijn zin heb.” Toch zijn er ook zorgen. ”Hoe kunnen we de kwaliteit van ons onderwijs waarborgen in deze bijzondere periode?”
“Toen begin maart tijdens de eerste persconferentie de maatregelen bekend werden, was ik ziek en had naar wat later bleek corona. Ik was er dus vroeg bij, zij het in milde vorm. Nadat werd aangekondigd dat alle scholen werden gesloten, moesten we heel snel over naar online lesgeven. Gelukkig was digitalisering een onderdeel van ons beleidsplan en waren Teams en Office-pakketten daarom up-to-date en volop aanwezig. Dat was een groot voordeel. We hadden al wat ervaring met onze digitale platformen waarop content geplaatst werd. Deze werden voor een tentamen veelvuldig geraadpleegd door de studenten. Maar met online lesgeven hadden we nog geen ervaring.”
Hoe belangrijk is digitalisering voor Avans Hogelschool?
“We willen binnen het onderwijs van aanbodgericht naar vraaggestuurd. Dat is inmiddels in nagenoeg alle branches een feit, behalve in het onderwijs. Dat is onze ambitie binnen het beleidsplan. Wanneer we onderwijs vraaggestuurd aanbieden krijgt de student meer de regie over zijn eigen leerpad. Vervolgens maakt de student keuzes die afhankelijk zijn van de ambitie om zich zo goed mogelijk te ontwikkelen. Daardoor moeten we flexibeler worden in het aanbieden van de gevraagde content. Dat zijn afgeronde blokken waarbij rekening gehouden wordt met doorlopende leerlijnen.
Dat wil zeggen dat we moeten standaardiseren en digitaliseren. Dat laatste is dus nu in een stroomversnelling gekomen.”
Wil dat zeggen dat die gedwongen digitalisering van lesgeven binnen Avans zo geregeld was?
“Nee, zeker niet. Maar we liepen als Avans wel behoorlijk voorop. Zo bleken onze ICT-ondersteuners, die we ICTO coaches noemen, goud waard. Ze waren in staat om snel en adequaat praktische informatie te verstrekken richting onze leerkrachten. Ook hadden ze snel de beschikking over platforms met ondersteuning.
‘In het bekende vergaderprogramma teams waren eerder dit jaar slechts 4 deelnemers zichtbaar. Dat zijn er inmiddels 9 en wij werken al met 49 beelden. Maar de leerkracht die nu voor de ‘virtuele’ klas staat heeft geen idee wat er gebeurt in die klas. Er is geen overzicht, er is geen oogcontact, de leerkracht kan moeilijk signaleren of iedereen, letterlijk, nog bij de les is. Dat vergt een andere didaktiek, een andere aanpak. Daar zijn we al maanden mee bezig met een team waarbij ook input wordt gevraagd van leerkrachten en studenten. Informatie kun je online overbrengen. Met emotie is dat heel anders. Dat kan bijna niet anders dan persoonlijk.
Het socialiseringsproces binnen het onderwijs is ongelofelijk belangrijk. Je leert ook veel van elkaar. Zeker in de leeftijdsgroep van onze studenten, jonge adolescenten immers. Onze zorg is dan ook; hoe kunnen we dat groepsproces met name voor de eerste en tweedejaarsstudenten vormgeven.
Gelukkig zijn inmiddels de gebouwen weer open, maar wel met flinke aanpassingen. Door de 1,5 meter maatregel kunnen we met een groot aantal lokalen niets meer. De hoorcolleges zijn nog steeds online, maar de eerste en tweedejaars gaan nu 1 à 2 keer per week naar school. Reizen moet buiten de spits, dus de school start om 10 uur wat het aantal roosteruren weer beperkt. De studenten blijven in het lokaal zitten en de leerkrachten wisselen. De derde en vierdejaars studenten zijn traditioneel al minder op school i.v.m. hun stages en afstuderen.”
Hoe kun je in deze tijd verbinding houden met de 3000 medewerkers op de scholen?
“Ook dat is een uitdaging. Er was geen koffiemomentje meer, ze zagen elkaar niet meer in de gang. Het is erg belangrijk om die binding te houden met elkaar. Daarbij loopt werk en privé steeds vaker door elkaar. Binnen onze organisatie zijn de verschillende teams verantwoordelijk voor elkaar.
Leidinggevenden hebben elke week contact met eigen medewerkers. Even een telefoontje; hoe gaat het met je? Waar heb je hulp bij nodig? Waar loop je tegenaan?
Die contactmomenten zijn heel belangrijk. Ook hebben we een enquête uitgezet onder de medewerkers om te achterhalen waar de behoeftes liggen. Daar kunnen we als werkgever op anticiperen. Zo zijn we gestopt met de reiskostenvergoedingen die niet iedereen krijgt. Die hebben we omgezet naar thuiswerkvergoedingen voor iedereen. Ook hebben we veel aandacht voor aangepaste bureautafels, bureaustoelen, beeldschermen en koptelefoons. Om iedereen een hart onder de riem te steken hebben we alle medewerkers een mooi lenteboeket geschonken. Dat werd enorm gewaardeerd. Ik kreeg 140 reacties. Ook de filmpjes die we regelmatig opnemen om iedereen te informeren worden veel gedeeld. Het is juist nu belangrijk om zichtbaar te blijven.”
Kortom een turbulente periode voor een schoolbestuurder?
“Nou, dat valt eigenlijk bijzonder mee. Er valt voor mij erg veel weg. Denk daarbij aan reistijd, recepties, evenementen, bijeenkomsten en reizen. Hierdoor houd ik weer tijd over. Daar waar ik vroeger in de auto stapte voor een overleg in Den Haag, doe ik dat nu online. Efficiënter en nog duurzaam ook. Aan de andere kant zijn we druk bezig met aanpassingen. Door creatief te denken is er veel mogelijk.”
Noem eens een voorbeeld van die creativiteit?
“Voor de diploma-uitreiking hebben we een drive thru geregeld, waarbij de studenten gewoon met de auto, samen met familie, hun diploma ophaalden. Daar waar we altijd in het Chassé Theater zaten met een groot aantal collega’s voor de opening van het studieaar, hebben we dit jaar een programma gedraaid voor de tribune van het Willem II stadion. Allemaal op gepaste afstand van elkaar.
We gaan met koffie, thee en fris rond voor onze studenten en medewerkers in de klassen. We organiseren ludieke acties met acteurs die in politie of verpleegsterpakken de studenten wijzen op de maatregelen die van kracht zijn. Dat hoeven onze conciërges niet constant te doen.”
Tot slot, hoe ziet de toekomst van het hoger beroepsonderwijs eruit?
“Onderwijs blijft een sociaal-fysiek gebeuren. Dat zal altijd zo blijven. Natuurlijk zal online informatieoverdracht een grotere rol gaan spelen maar ‘blended learning’, zoals dat zo mooi heet blijft een middel, het moet zeker geen doel zijn. We worden ons bewuster van onze manier van leven en merken dat het ook best wat duurzamer mag. Hopelijk is deze onzekere periode snel voorbij en kunnen we de komende diploma-uitreiking, hoe leuk deze afgelopen jaar ook was, weer gewoon met elkaar vieren.”